Persbericht: Peter van Dalen onderzoekt gevolgen van windmolens op zee

Blauwe wijting
Peter van dalen_profielfoto
Door Peter van Dalen op 16 januari 2020 om 10:07

Persbericht: Peter van Dalen onderzoekt gevolgen van windmolens op zee

Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie) is door het Europees Parlement benoemd tot rapporteur voor het rapport Impact van windparken op zee en duurzame energiesystemen op de visserijsector. Een rapporteur is verantwoordelijk voor het inhoudelijk behandelen van een rapport.

De komende tijd zal Van Dalen, die tevens Eerste Vicevoorzitter van de Visserijcommissie in het Europees Parlement is, nauwgezet in de gaten houden wat de gevolgen zijn van windmolenparken op zee: “Het aantal windparken op zee lijkt fors toe te nemen, met name op de Noordzee. Dit kan ervoor zorgen dat visgebieden waar generaties lang gevist is, veel minder toegankelijk worden.”


Van Dalen vindt het belangrijk om te streven naar meer duurzame energie en wil daarbij op zoek naar de best werkende methode: “Wat betekent zo’n ontwikkeling voor het leven in zee? Dat is een vraag die ik te weinig terug hoor komen. Ik ben me ervan bewust dat dit gevoelig ligt. Er komen veel verschillende belangen bij wind op zee samen. Het is daarom belangrijk hier weloverwogen naar te kijken.”


Peter van Dalen gaat zich verdiepen in relevante onderzoeken en hij gaat in gesprek met belanghebbenden. Als aftrap voor deze ambitie wordt daarom op woensdag 22 januari het evenement “Kunnen de visserij en windmolenparken op zee naast elkaar bestaan?” georganiseerd in het Europees Parlement. Dit in samenwerking met Europêche, VisNed, EMK en Collectif Pêcheurs Artisans (de Franse kleinschalige visserij). Hierbij komen stakeholders uit de windenergiesector, de visserij, de wetenschap en beleidsmakers aan het woord. Peter van Dalen zal het event leiden.


Het is Van Dalens wens om zijn rapport in de tweede helft van dit jaar te presenteren. Het rapporteurschap voor een zogenoemd eigen-initiatief rapport is bijzonder binnen de EU, omdat er iedere 2,5 jaar maar zes van zulke rapporten per Parlementaire commissie mogen worden opgezet.