Op 12 november 2010 is de Iraanse huiskerkleider Youcef Nadarkhani ter dood veroordeeld door De Assize Rechtbank van de provincie Gilan, Iran. De aanklacht tegen de heer Nadarkhani luidt: 'het ontkennen van het profeet zijn van de grote profeet der Islam, resulterend in  afval van de heilige religie van de Islam ... op de leeftijd van 19 jaar.' Volgens de Iraanse wetgeving zal het vonnis (dood door ophanging) 20 dagen na het officieel uitspreken op elk moment uitvoerbaar zijn; dit is vanaf 2 december 2010.

Europarlementariër Peter van Dalen wil van de Europese Commissie weten of deze zaak bekend is en of de Hoge Vertegenwoordiger, Lady Ashton, voornemens is actie te ondernemen voor de vrijlating van Youcef Nadarkhani. Hij is in december 2006 voor het eerst gearresteerd op de beschuldiging van afvalligheid van de islam, maar zonder uitspraak na twee weken weer vrijgelaten. Op 12 oktober 2009 is de heer Nadarkhani opnieuw gearresteerd en zit sindsdien in de gevangenis. Zijn vrouw Fatemah is eerder dit jaar ook een aantal maanden vastgehouden.

Internationaal recht 

Van Dalen: ,,De huidige Iraanse wetgeving, en met name de wetgeving tegen zogenaamde 'afvalligheid', is in strijd is met het internationaal erkende recht op vrijheid van gedachte, geweten en religie, inclusief het recht om van religie of geloof te veranderen. Dit is onder andere vastgelegd in Art. 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Deze verklaring is ook getekend en geratificeerd door Iran. Dat Iran deze verklaring met de voeten treedt, is verschrikkelijk. De EU heeft zichzelf verplicht bij zulke schendingen op te treden."

De Europarlementariër heeft deze zaak ook aangekaard bij de ambassadeur van Iran in Nederland. Hij wijst de ambassadeur met klem op het feit dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in het geding is, en vraagt hem alles in het werk te stellen om de uitvoering van het doodsvonnis te stoppen.