Oriëntatieprogramma's voor de visserijvloot

vrijdag 13 maart 1998 15:30

VERGADERING VAN VRIJDAG 13 MAART 1998

Van Dam (Christenunie-SGP). – Mijnheer de Voorzitter, het behoeft geen betoog dat alle lidstaten zich moeten houden aan dvoorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Wanneer de lidstaten deze voorschriften aan hun laars lappen, moeten er doeltreffende sancties worden opgelegd. Op dat punt ben ik het eens met de rapporteur. Ik acht het evenwel geen juiste aanpak om het opleggen van sancties uitsluitend aan de omvang van de vloot te koppelen. Gegevens over het aantal schepen en het motorvermogen geven zeer onvolledige informatie over de feitelijke visserijdruk, zeker als die gegevens zijn gebaseerd op onbetrouwbare en niet geharmoniseerde metingen in de lidstaten, zoals in het jaarverslag 1996 het geval is. Om een juist beeld te krijgen van de mate waarin de lidstaten de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid hebben nageleefd, moet er bovendien op meer zaken worden gelet. Daarbij denk ik aan het quoteringsbeleid van de Unie, feitelijk de ruggengraat van het Europese beleid tot instandhouding van de visbestanden. De meerjarige oriëntatieprogramma's zijn daaraan nauw gerelateerd. Met dat instrument worden de lidstaten immers gestimuleerd hun vlootcapaciteit af te stemmen op de beschikbare quota. Het zou in dat verband dienstig zijn geweest wanneer de rapporteur naast een overzicht van de tonnage en het motorvermogen in de diverse lidstaten, ook een overzicht had gegeven van de mate waarin de quota werden nageleefd. De geachte collega's en ook de rapporteur hadden dan bijvoorbeeld kunnen zien dat in Nederland de quota volledig zijn gerespecteerd ondanks het feit dat de vloot niet of nauwelijks is ingekrompen.

Daarmee wil ik aangeven, collega Cunha, dat inkrimping van de vloot niet de enige mogelijkheid is om de visserijdruk te verminderen. Het koninkrijk der Nederlanden heeft zich aan de quota kunnen houden door de inzet van de vloot, het aantal dagen dat de vloot vist, te beperken. Dergelijke regelingen voor het beheer van de visserij-inspanning moeten worden verdisconteerd in de resultaten van de meerjarige oriënteringsprogramma's.

Ook de visserijmethoden beïnvloeden de visserijdruk. Zo is in Nederland de lengte van de boomkor teruggebracht van 14 naar 12 meter. Volgens deskundigen is daardoor de visserijdruk met tien procent verminderd. In het jaarverslag over 1996 is daarmee nog geen rekening gehouden.

Samenvattend, het pleidooi van de rapporteur voor aanscherping van de sancties, zoals een verlaging van de quota bij overtreding, onderschrijf ik. Maar dan moeten de lidstaten niet op één aspect van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden beoordeeld maar op het beleid als geheel. Dat betekent dat ook rekening moet worden gehouden met de inzet van de vloot en met het al dan niet naleven van de quota. Ik heb een tweetal amendementen, 7 en 8, van die strekking ingediend en ik hoop dat de rapporteur daarmee akkoord kan gaan.

« Terug

Reacties op 'Oriëntatieprogramma's voor de visserijvloot'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.