Zakkenvullers of volksvertegenwoordigers?

maandag 29 december 2003 16:20

Tijdens de laatste vergaderweek van het Europees Parlement in 2003 kwam er eindelijk een doorbraak in de jarenlange impasse rond de vergoedingen van leden van het parlement. Waarom heeft dit zo lang moeten duren?

Tijdens de laatste vergaderweek van het Europees Parlement in 2003 kwam er eindelijk een doorbraak in de jarenlange impasse rond de vergoedingen van leden van het parlement. Waarom heeft dit zo lang moeten duren?
Het Europees Parlement wordt sinds 1979 rechtstreeks gekozen, de verkiezingen van 10 juni aanstaande zijn een zilveren jubileum. In feite was de EEG destijds niet goed voorbereid op dat parlement. Zowel de plaats van vergaderen als de rechtspositie van de leden had de Raad van Ministers niet grondig geregeld. Het is onthutsend dat dit een kwart eeuw later niet veel beter is. Wat de vergaderplaats betreft, wist Frankrijk tijdens de top van Amsterdam in 1997 in het Verdrag op te laten nemen dat het EP jaarlijks 12 weken in Straatsburg moet vergaderen. Terwijl de Europese Commissie in Brussel zit, waar het EP ook drie weken per maand haar werk doet.

Beloning en vergoeding.
Maar nu die rechtspositie. Eind zeventiger jaren kwamen de lidstaten niet verder dan een voorlopig Protocol van rechten van de Europarlementariërs. De lidstaten zouden hun Europarlementariërs vooralsnog betalen en wel hetzelfde als de nationale parlementsleden.

Uit de begroting van de EEG, later EG, nu EU worden alleen de kosten vergoed. Dit leidde tot twee ontsporingen:

1. De bedragen die nationale parlementariërs ontvangen, lopen gigantisch uiteen. Italianen krijgen ca. 5 maal zoveel als Spanjaarden. Nederland zit net onder het gemiddelde, alleen past ons land nog een korting van 1000 euro per maand toe.
2. De kostenvergoedingen zijn meestal ‘forfaitair’, dus een vast bedrag, niet afhankelijk van de feitelijke uitgaven. Vliegtickets worden tegen standaard-tarief vergoed, terwijl inmiddels vaak voor een fractie daarvan een ticket te krijgen is, bijvoorbeeld bij prijsvechters als Easyjet.

Gelijke beloning?
De verschillen in beloning zijn niet te rechtvaardigen. Zo ligt het voor de hand dat het lage bedrag voor de Spanjaarden en anderen nog is gebaseerd op een lidmaatschap van het Parlement dat in deeltijd verricht werd. In het EP vergt het zeker 60 uur per week om je werk als lid grondig en zo effectief mogelijk te doen. Omdat veel leden met een lage bezoldiging ver van Brussel en Straatsburg wonen, vormt de hoge vergoeding voor vliegtickets een royaal aanvullend inkomen. Hier zien we hoe een oplossing voor de maandvergoeding en een einde aan bovenmatige vergoedingen met elkaar verweven zijn.

Statuut
Tijdens die Top van Amsterdam spraken de lidstaten ook af dat het EP een voorstel zou maken voor een statuut, goed te keuren door de Raad van Ministers. Die Raad was al twintig jaar in gebreke zelf met zo’n statuut te komen. Het streven was voor de verkiezingen van 1999 een statuut te hebben, maar dat mislukte jammerlijk. Van 1997 tot en met 2003 is gesteggeld in het EP en tussen Raad en EP over de inhoud van dat statuut. Niet alleen over de hoogte van de bezoldiging, over de pensioenleeftijd, maar ook bijvoorbeeld over beroepsgeheim. Juni 2003, zes jaar na ‘Amsterdam’ nam het EP een ontwerp-statuut aan met deze en andere twistpunten. De bezoldiging zou de helft zijn van die van een rechter bij het Luxemburgse Hof van Justitie, ofwel zo’n 8600 euro, te betalen en te belasten door de EU, pensioen vanaf 60 jaar en met een hele wolk van artikelen over vrijwaring van rechtsvervolging, van doorzoeken van bureau’s enzovoort.

Struikelblokken
Zoals te verwachten, accepteerde de Raad dat ontwerp niet.
De struikelblokken waren:

a. de pensioenleeftijd: EP wilde 60, de Raad 65, maar die was bereid tot een compromis bij 63.
b. De bijzondere rechten (immuniteiten), waarvoor wijziging van het Verdrag nodig is.
c. De vraag of lidstaten bovenop de EU-belasting ook nationale inkomstenbelasting mochten heffen

Voor dat laatste was een compromis binnen handbereik: een land moet dat vooraf kenbaar maken en natuurlijk onder aftrek van de EU-belasting.
De commissie Juridische Zaken stemde begin december of de compromissen over pensioen en belasting aanvaard zouden worden en de immuniteiten voorgelegd aan de Raad. Dat voorstel haalde het net niet. Gelukkig kwamen er razendsnel initiatieven om in de plenaire vergadering, de afgelopen week in Straatsburg, dat compromis alsnog te aanvaarden. Dat gebeurde met grote meerderheid. Het is nu aan de Raad om voor 15 januari toe te slaan. Dan kan met ingang van de nieuwe periode in juli aanstaande het statuut in werking treden.

Sanering kostenvergoeding
Nu staan wij als eurofractie ChristenUnie-SGP niet te juichen bij dat statuut. Opnieuw verschuift een terrein van de nationale naar de Europese wetgever. Verder had die bezoldiging van ons wel wat lager gemogen. De Nederlandse Tweede Kamer zit op circa 40 procent van die rechter bij het Luxemburgse Hof en dat doet recht aan de verantwoordelijkheid en werklast van EP-leden. Maar aan de overmatige reiskostenvergoeding had al lang een einde moeten komen. Jaar na jaar heeft onze groep in het EP voorgesteld alleen de werkelijke uitgaven te vergoeden, maar steeds weer verwiep 60 procent van de collega’s dat. Zoals hiervoor aangegeven blijkt die sanering niet los verkrijgbaar te zijn, maar alleen samen met het statuut. Een opgeschoonde vergoedingsregeling ligt al maanden klaar en zal op dezelfde dag als het statuut in werking treden. Zodat we weer toekomen aan het echte werk voor de toekomst van de volken van Europa.

Rijk van Dam is lid van het Europese Parlement voor ChristenUnie-SGP.

« Terug

Reacties op 'Zakkenvullers of volksvertegenwoordigers?'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.