In de eerste ontwerpbegrotingen van het Europees Parlement werd nog gesproken over een toename van de begroting met 5,2 procent. Het Europees Parlement heeft ten opzichte van die eerste begroting dus al wat bezuinigingen doorgevoerd. Van Dalen is daarvan echter niet onder de indruk: ,,De meeste van deze bezuinigingen bestaan uit het vooruitschuiven van betalingen die in de toekomst toch gedaan moeten worden. Dat zijn schijnbezuinigingen. Het lijkt mij logischer om echt te bezuinigen, gezien de huidige economische omstandigheden.”

Geen Huis Europese Geschiedenis

Bezuinigen kan ook volgens de Europarlementariër. ,,Er moet bijvoorbeeld geen Huis van de Europese Geschiedenis komen. Dat kost niet alleen tientallen miljoenen in aanschaf, maar ook nog eens meer dan 10 miljoen per jaar aan exploitatie. Ook leggen de Leden van het EP nog steeds geen verantwoording af over hun algemene onkostenvergoeding van 4300 euro per maand. Met scherp toezicht op die vergoeding kan zeker veel geld worden bespaard. Meer soberheid kan en moet!”

Voor Van Dalen speelt de voorbeeldfunctie van het Europees Parlement een grote rol. Volgens hem moet het Europees Parlement het goede voorbeeld geven. ,,Wij moeten laten zien aan burgers en de nationale parlementen dat we in tijden van economische crisis ook zelf bezuinigen en de rekening niet alleen doorschuiven naar de belastingbetaler.” 

De bijdrage kunt u hier terugkijken.