Jaarverslag Europese Investeringsbank

maandag 07 maart 2005 18:32

Op 7 maart 2005 debatteerde het Europees Parlement over het verslag van dhr. Lipietz naar aanleiding van de jaarlijkse rapportage van de Europese Investeringsbank over haar werkzaamheden.
Ook Hans Blokland nam deel aan dit debat en ging daarbij o.a. in op de rol die milieugevolgen moeten spelen bij kredietverstrekking.

Europese Investeringsbank - Bijdrage van Hans Blokland - 7 maart 2005
Blokland (IND/DEM), namens de fractie. Voorzitter, in de eerste plaats wil ik collega Lipietz bedanken voor zijn verslag over de werkzaamheden van de Europese Investeringsbank. Dat het opstellen van een verslag over de activiteiten van de EIB geen gemakkelijke taak is, hebben we vorig jaar in de Commissie economische en monetaire zaken gezien met het ontwerpverslag van mevrouw Ridruejo. Het denken over Europese instellingen in dergelijke uitersten is onvruchtbaar en doet geen recht aan de situatie waarin de instelling moet werken. Het beknopte verslag dat wij vandaag bespreken, is echter genuanceerd. Ik heb een paar opmerkingen bij het verslag.
 
In het verslag van collega Lipietz mis ik de aandacht voor de rol die kredietverstrekking heeft op het milieu. Het milieuverslag van de EIB is naar mijn mening te beperkt. Kredietverstrekking aan ondernemingen moet mede beoordeeld worden op het milieu-effect en daarom pleit ik voor het opnemen van een milieu-effectrapportage bij het beoordelen van kredieten. Terecht stelt de rapporteur in paragraaf 20 vast dat er meer aandacht moet gaan naar de verbetering van de controle op de boekhouding van de EIB. Naast de beoordeling van de kredieten en de condities waarop deze worden verstrekt, behoort ook de organisatie van de EIB beoordeeld te worden. De vragen naar de doelmatigheid van de organisatie en het afleggen van verantwoording over de bestede middelen, behoren te worden gesteld. De EIB is een bij verdrag ingestelde financiële instelling van de Europese Unie en behoort daarom ook door de Europes Rekenkamer te worden gecontroleerd. Een goede relatie met de Rekenkamer en het OLAF kan bijdragen tot groeiend vertrouwen.
 
In de derde plaats wil ik aandacht vragen voor de ethische aspecten van het verstrekken van kredieten. Passen de kredieten die de EIB verstrekt bij de ethische normen die wij als Europees Parlement voorstaan. Te denken valt hierbij aan het financieren van wetenschappelijk onderzoek en investeringen in technologische ontwikkeling. Worden er kredieten verstrekt voor onderzoek en ontwikkeling waar in het Parlement geen politiek en moreel draagvlak voor is? Ik hoop daar in dit debat antwoord op te krijgen.
 
Ten slotte, Voorzitter, juichen wij de aandacht in paragraaf 6 voor microkredieten bijzonder toe. Het ondersteunen van kleinschalige initiatieven biedt de mogelijkheid maatwerk te leveren en het is verheugend dat dit instrument de erkenning krijgt die het verdient. Ik wil ertoe oproepen daarbij in te zetten op de kwaliteit van de projecten zelf en van de kredietverstrekking ervoor. De grote vlucht die dit type kredietverstrekking neemt, brengt het gevaar met zich mee dat de kwaliteit van de projecten en van de kredietverstrekking te weinig kritisch wordt bejegend. Omdat zorgvuldig gekeken moet worden naar welke projecten in aanmerking komen, roep ik op tot een solide aanpak, waarbij moet worden samengewerkt met instellingen die ervaringen hebben met microkredieten. Om te voorkomen dat het instrument ten onder zal gaan aan zijn eigen succes, moet de EIB zich dus actief inspannen voor een blijvend hoge kwaliteit van microkredieten.

Meer informatie: Jan Harm Boiten, 010 414 0534

« Terug

Reacties op 'Jaarverslag Europese Investeringsbank'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.