EU-debat Tweede Kamer

vrijdag 13 september 2002 16:04

Onderstaand de bijdrage van J. Blokland
aan het debat in de Tweede Kamer over de Staat van de Europese Unie

MdV,
Meer nog dan in andere jaren, is bij dit debat de vraag hoe Europa er over een jaar uit zal zien. Hoeveel nieuwe leden zullen in het najaar 2003 op het punt staan toe te treden? Of zal dat niet aan de orde zijn omdat de Ieren het Verdrag van Nice afwijzen? Wordt het Landbouwbeleid hervormd of blijft alles bij het oude? Komt de Conventie met realistische resultaten? Wanneer wordt de IGC gehouden en zal dat in Rome, Rotterdam of Brussel zijn?

In deze onzekerheid dachten we één zekerheid te hebben. Dat was de handhaving van het stabiliteitspact. Al in 1998 waarschuwde de eurofractie ChristenUnie-SGP dat de èchte testcase voor dit pact zou komen in een tijd van dreigende recessie. Hoewel men toen onze zorgen wegwuifde, blijkt nu dat de Commissie snel toegeeft. Zelfs President Duisenberg kiest eieren voor zijn euro´s. Met deze stand van zaken is het krachtige protest dat minister Hoogervorst in de richting van de Europese Commissie organiseert, het enig juiste antwoord. Nakomen van afspraken is immers een kwestie van het houden van normen en waarden.

Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de notitie ´Europa in de steigers´.
|
De nadruk op subsidiariteit en proportionaliteit verraste ons positief. Op onderdelen had de notitie van ons terughoudender mogen zijn, maar de nuchtere toon is een verbetering ten opzichte van eerdere jaren. Wel zal voor de nieuwe Nederlandse regeringsvertegenwoordiger nog een hele klus worden om nu nog een heldere en invloedrijke lijn neer te zetten.

De wens van de regering om de communautaire methode te versterken, is gebaseerd op het geloof dat die methode veel transparanter, consistenter en evenwichtiger is dan de intergouvernementele. Dat is echter nog maar de vraag. Ook in het communautaire proces treden regelmatig grote vertragingen en blokkades op.

Daarbij heeft de regering gelijk als zij stelt dat democratische en rechtsstatelijke eisen niet noodzakelijkerwijs tot één bepaald institutioneel kader leiden. Ook bij de intergouvernementele methode zijn er immers bruikbare mogelijkheden voor parlementaire verantwoording en controle.

Het idee om de Voorzitter van de Europese Commissie te laten kiezen door het Europees Parlement, is merkwaardig. De verwachting dat dit voor de Commissie een sterkere rol in het Europese krachtenveld oplevert, is niet realistisch. Immers, één van de belangrijkste voorwaarden voor de Commissie is dat zij onpartijdig te werk gaat. Deze waarde komt onvermijdelijk in het gedrang als de Voorzitter een gekozen politicus wordt.

De regering wil zich onder meer inzetten voor een versterking van de Unie als waardengemeenschap. Dit voornemen steunen wij. Positief is dat het kabinet daarbij waakt voor overbodige stappen, zoals bijvoorbeeld integratie van het Handvest van Grondrechten in de verdragen. Alles behalve overbodig is echter een verwijzing naar de bron van de Europese waarden. De huidige verdragsteksten ontberen zo´n verwijzing. Het zou heel waardevol zijn als de regering zich in wilde zetten voor opname van een expliciete verwijzing naar het joods-christelijke erfgoed in een nieuw verdrag.

De laatste tijd hoorde men meermalen het geluid als zou de uitbreiding een ondemocratisch proces zijn. Deze opvatting lijkt me niet juist. In het Europees Parlement zijn de toetredingsvorderingen van de kandidaat-lidstaten ieder jaar uitgebreid aan de orde geweest. Bovendien hebben de nationale parlementen ook kansen gehad daarover met hun regeringen te spreken. Het is nu, in dit stadium dus vrij laat is om met zeer fundamentele bezwaren aan te komen.

Nu de uitbreiding haar laatste fase nadert, is meer dan ooit nodig dat we het proces niet frustreren met korte termijn-overwegingen. Het uitbreidingsproces gaat in wezen over stabiliteit en vrede in Europa. Hoewel mogelijk uitgesleten, zijn deze woorden daarom nog niet minder waar.

Uiteraard is het nodig om in dit proces de financiële belangen van Nederland niet uit het oog te verliezen. Maar daarbij heeft Nederland wel boter op het hoofd: op de Europese top in Berlijn is, met instemming van Nederland, het probleem van het onbetaalbare landbouwbeleid vooruitgeschoven tot in 2006. De heer Zalm ging daar als minister van Financiën mee accoord. Dat de financiële compensatie die Nederland in ruil voor deze uitstel kreeg nu te weinig blijkt te zijn, is geen vrijbrief voor het opwerpen van nieuwe struikelblokken.

Minister Veerman heeft, wellicht onhandig getimed, verstandige uitspraken over de Nederlandse positie gedaan. De Eurofractie Christenunie-SGP staat achter de lijn, die de minister destijds verwoordde en hoopt dat dit alsnog het kabinetsstandpunt wordt.

De Eurofractie ChristenUnie-SGP is verheugd over het tijdelijk embargo op onderzoek met embryonale stamcellen, en hoopt dat deze lijn vastgehouden zal worden. Onderzoek dat in bepaalde lidstaten verboden is, mag niet via de EU gefinancierd worden. Bovendien is menselijk leven beschermwaardig. Dit leven mag niet zodanig ge-instrumentaliseerd raken, dat men het slechts als middel en niet als doel in zichzelf ziet. Wat deze regering zeker aan zal spreken, is dat het hier gaat over normen en waarden. De waarde betreft het menselijk leven. Daaruit vloeit de norm voort, niet uit het nut van de toepassingen.

Wij hopen dat deze regering een consistente en integere bijdrage zal leveren in de verschillende Europese raden. Dat dit in het verleden niet altijd is gebeurd, blijkt bijvoorbeeld uit de verslagen van onderzoeksraden: in de onderzoeksraad van 11 maart 2002 zegt de toenmalige minister van Economische Zaken dat Nederland tegenstander is van het opnieuw agenderen van ethiek in het kader van de specifieke programma's. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen daarentegen, pleitte in de raad van 10 december 2001 voor het vooruitschuiven van de discussie over de ethische dimensie naar de besluitvorming over de specifieke programma’s van het Kaderprogramma. Op deze wijze omzeilt men de normatieve discussie. Wij verwachten dat de nieuwe regering niet alleen voor waarden en normen in eigen land gaat, maar deze ook in Europa uitdraagt!

Namens de Eurofractie ChristenUnie-SGP wens ik zowel de Kamer, als de regering bij hun verantwoordelijke werk van harte Gods zegen toe.

Meer informatie
Martin van Oosten, 06-51408085
Voorlichter Eurofractie ChristenUnie-SGP

« Terug

Reacties op 'EU-debat Tweede Kamer'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.