Protestantse kerkdag

zaterdag 12 juni 2004 11:30

Op 12 juni was Hans Blokland aanwezig bij de eerste kerkdag van de Protestantse Kerk. In de jaarbeurs van Utrecht ging hij samen met andere parlementariërs en aanwezigen in discussie over een aantal stellingen over de relatie tussen kerk en Europa.

Protestantse Kerkdag 12 juni 2004
Europa workshop

Reactie van Hans Blokland (sinds 1994 lid Europees Parlement voor ChristenUnie en SGP) op de stellingen van Peter Morée

Ter introductie van mijzelf en mijn betrokkenheid bij het onderwerp het volgende. Eigenlijk ben ik maar ‘bij toeval’ Nederlander. Mijn vader werd geboren in Antwerpen en opteerde voor het Nederlanderschap. Mijn moeder werd in Boedapest geboren en werd door haar huwelijk Nederlandse. De Hongaarse opstand in 1956 beleefden wij intens. Moeder begeleidde als tolk vluchtelingentransporten uit Wenen. Vader was als predikant namens de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt actief in het Admiraal de Ruyterfonds die de financiering verzorgde.

De val van het communisme in 1989 en de heling van Europa op 1 mei 2004 ervaar ik als gebedsverhoring. Het is nu onze opdracht hart en ziel te geven aan de samenwerking.

Stelling 1. De nieuwe lidstaten

Tijdens de communistische onderdrukking opgedane waarden als ‘leven in waarheid’ en ‘behoud van integriteit’ zijn een leidraad in de confrontatie met de moderne machtssystemen als globalisering en bureaucratisering.

Reactie op stelling 1
Tijdens de communistische onderdrukking in de tweede helft van de twintigste eeuw hebben de grote Nederlandse kerken er geen goed aan gedaan om relaties te onderhouden met de officiële kerkleiding van de geregistreerde kerken in Midden- en Oost-Europese landen. Juist vanuit de kleinere protestantse kerkgemeenschappen werden de zogenaamde ondergrondse kerken in de Oostbloklanden actief gesteund en werd ook contact onderhouden met plaatselijke gemeenten. Dat we als Nederlandse christelijke kerken merendeels op een verkeerd spoor zaten, moeten we niet vergeten of oppervlakkig wegpoetsen. Het IKV bijvoorbeeld heeft in de jaren ’60 tot ’80 een totaal verkeerde koers gevaren die de kerk in het oosten van Europa sterk benadeelde. Daarover hebben we nimmer een publieke verontschuldiging gehoord. Wanneer we ons in het westen van Europa willen openstellen voor belangrijke waarden die zich in het verzet tegen het communisme hebben gevormd, dan is het voor alles nodig om heel open te zijn over ons eigen verleden en onze eigen houding van toen onder kritiek te stellen. Dan valt er echt heel veel te leren van elkaar. En kan er ook een heel zinvolle discussie op gang komen.

In onze moderne westerse samenleving staan belangrijke waarden onder druk. Juist die waarden die vanuit het christendom de Europese cultuur zijn binnengedragen en daarin hecht zijn geworteld. Denk aan gerechtigheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid, trouw, gemeenschapszin, gelijkwaardigheid, etc. De globalisering, liberalisering, flexibilisering en commercialisering van de samenleving hebben tot gevolg dat mensen hun thuis en hun houvast kwijtraken. We krijgen steeds meer ontheemde ‘yuppen’ en ontwortelde ‘zwervers’. De katholieke christelijke kerk (protestanten, katholieken en orthodoxen) zal in gezamenlijkheid daarop een antwoord moeten zoeken en geven. Goede oecumene heeft een deugdelijke basis nodig. Laten we daarom beginnen bij wat we als Europese kerken allemaal gemeenschappelijk hebben: het gebed (het ‘Onze Vader’), de wet (de Tien Woorden) en de apostolische geloofsbelijdenis (de Twaalf artikelen) en over de actuele betekenis hiervan voor Europa met elkaar in gesprek gaan.

Stelling 2. De buitenblijvers

Kerken binnen de EU moeten het toenemende wantrouwen tussen het Westerse en Oosterse christendom doorbreken. Lokale kerkgemeenten dienen in hun gemeentecontacten meer buiten de eigen bloedgroep te treden.

Reactie op stelling 2
Landen waarin de oosterse orthodoxie dominant is, oriënteren zich vooral op Moskou. Zie bijvoorbeeld de analyse van Samuel Huntington in zijn ‘Botsende beschavingen’. Vooral zijn beschouwing over Oekraïne is in dit verband illustratief. Het blijkt dat het oostelijke deel van Oekraïne zich vooral op Moskou richt. Dat is niet voor niets zo. Want sinds de val van Constantinopel in 1453 presenteert Moskou zich als het derde Rome.

We moeten verder niet uit het oog verliezen dat de orthodoxe kerken een geheel andere historische ontwikkeling kennen dan de westerse katholieke kerken. Was bij ons Aurelius Augustinus met zijn leer van de twee rijken toonaangevend, voor de orthodoxe kerken is het denken van Eusebius van Caesarea (± 260-<341), met zijn steun voor de christelijke keizer Constantijn richtinggevend. Daardoor heeft de oosters-orthodoxe kerk een veel minder zelfstandige positie ten opzichte van de overheid. De orthodoxe kerken kennen net als de rooms-katholieke kerk een min of meer hiërarchische opbouw, maar ze missen een sterk centraal gezag. Een feit is dat de orthodoxe kerken een sterk nationale inslag hebben. Soms zelfs zozeer dat zij het nationalisme in bepaalde landen openlijk steunen (voorbeelden: Servië en Roemenië). De orthodoxe kerken streven naar een bevoorrechte positie of een consolidatie daarvan in die landen waar zij een dominante positie hebben. In de praktijk van alledag onderhouden zij intensieve banden met de overheid. Zij staan negatief ten opzichte van godsdienstvrijheid en gelijke rechten voor kerken van andere godsdienstige signatuur.

Wanneer je een negatieve spiraal in de wederzijdse relatie tussen westerse en oosterse kerken wilt doorbreken, dan moet je terdege ervan bewust zijn welke drempels en barrières zich voordoen. Het schisma van 1054 gaapt als een diepe kloof tussen beide kerken. Daarbij komt dat in Oost-Europese landen de geschiedenis veel meer leeft dan bij ons. Wij Nederlanders zijn geneigd daar oppervlakkig aan voorbij te gaan. Maar juist wanneer je het verleden niet eerlijk benoemt en je eigen fouten daarin gemakshalve vergeet, dan wordt het wantrouwen aan de andere kant alleen maar gevoed. Lokale kerkgemeenten doen er dus goed aan zich eerst grondig te verdiepen in de kerkhistorische ontwikkelingen, het hoe en waarom van de verschillen en gevoeligheden wederzijds, anders dreigt het risico dat ze als olifanten in de kerkelijke porseleinkast gaan rondstampen.

Stelling 3. EU, christendom en islam

De waarden van de Europese Unie zijn niet exclusief westers of joods-christelijk, maar hebben een universelere betekenis. Ook overwegend islamitische landen, die deze waarden aanvaarden (Turkije) kunnen toetreden tot de EU

Reactie op stelling 3

Dit is eerder een stelling van een humanistische studeerkamergeleerde, dan van een christen of kerkmens die midden in de samenleving staat. Het is een illusie om te veronderstellen dat de islam de westerse waarden zal kunnen aanvaarden. De waarden van de Europese Unie, zoals mensenrechten, democratie en persoonlijke vrijheid, zijn ondenkbaar zonder de christelijke wortels van de Europese cultuur. Ik denk dat aanhangers van de islam dat veel beter doorhebben dan zgn. politiekcorrecte mensen in Nederland. En de Europese conventie pleegt gewoon geschiedvervalsing door in de ontwerpgrondwet wel de verlichting en het humanisme te noemen en tegelijk de joods-christelijke wortels van onze cultuur, waarden en normen te verzwijgen.

We mogen ook niet vergeten dat er in de vorige eeuw een heftig debat is geweest over de collectieve interpretatie van mensenrechten door het communisme en de individualistische interpretatie door westerse, liberale democratieën. Zo vanzelfsprekend is de universaliteit van onze westerse waarden dus ook weer niet.

De hedendaagse Turkse staat zet de traditie voort van het Ottomaanse rijk. De geschiedenis leert ons dat tot in de zestiende eeuw de legers van de sultans de vrijheid van het christelijke Europa bedreigden. De Turkse staat is slechts op papier seculier. In de alledaagse praktijk wordt de soennitische islam bevorderd door het staatsapparaat en ondervindt de kleine christelijke kerk repressie. Het tekent ook dat Turkije weigert de genocide op de Armeense bevolking in 1915 te erkennen. En objectief kan iedereen vaststellen dat Turkije voor 98% in Azië ligt. Wie van oost naar west de Bosporus oversteekt, komt onderweg een bord tegen met het opschrift ‘Europa’. Dat bord hebben de Turken zelf neergezet, en niet voor niets, denk ik zo. Een politiek argument is ten slotte dat Turkije een zelfstandige regionale macht wil zijn en zelf relaties wil onderhouden met landen in zijn regio. Een goed recht van Turkije, maar dit streven is wel moeilijk te rijmen met een EU-lidmaatschap. De EU zal enorm verwateren als Turkije binnen de EU zijn eigengereide gang kan gaan. Want dan gaan andere lidstaten dat ook doen. Overigens vind ik dat we de zaken niet zwart-wit voor mogen stellen. Geen EU-lidmaatschap voor Turkije, betekent tegelijk dat we constructieve wederzijdse relaties tussen Europa en Turkije wensen en nastreven.

Een chinees spreekwoord luidt: als je water drinkt, denk dan aan de bron. De westerse waarden gaan in hun oorsprong terug op het joods-christelijke denken over mens en samenleving, over de overheid en de burgers. Die westerse waarden moeten we niet loskoppelen van de bron. We dienen ze juist daarmee in verbinding te brengen. Telkens weer. Anders dreigt het risico dat die westerse waarden autonoom worden en zich ten langen leste tegen de mens keren. We zullen onszelf grondig moeten afvragen of we in de samenleving om ons heen de gevolgen van die loskoppeling niet met onze eigen ogen kunnen zien en met onze handen tasten.

Daarom doen we er – zéker als christelijke of protestantse kerk – goed aan om op bescheiden maar besliste wijze het universele Evangelie van Jezus Christus en de universele wet van Israël's God ter sprake te brengen. Niet betweterig, arrogant of hoogmoedig, maar op een eerlijke, open en ontwapenende manier. Want wanneer we die bijbelse waarheid verzwijgen, onthouden we het hoogste goed dat we aan anderen kunnen en mogen dóórgeven.


Voor meer informatie, zie www.eurofractie.nl of bel 010 4140534

« Terug

Reacties op 'Protestantse kerkdag'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.